Transcriptie Het verhaal van Eveline Hesp en Pascal Collard
Introductie: Welkom, we zitten hier in de studio “Uit het Hart van Amstelveen”.
Burgemeester Tjapko Poppens spreekt met Pascal Collard en Eveline Hesp, werkzaam op het Hermann Wesselink College. Wat doet het thuiswerken met leerlingen? Hoe signaleer je hoe het met die jongens en meiden gaat? Hoe kwamen ze tot het maken van het boekje “Het leven in tijden van corona.”
Tjapko: Eveline en Pascal ontzettend welkom hier. En wat fijn dat jullie er zijn. We vinden het in deze tijd belangrijk, zeker belangrijk om als burgemeester verhalen van Amstelveners te horen. De grote evenementen, de grote bijeenkomsten zijn er even niet. Dus op andere manieren probeer ik eigenlijk, ja, mooie verhalen, mooie ervaringen van Amstelveners die hier werken of wonen, op te halen en via deze podcast te delen met een hele hoop andere Amstelveners.
Er wordt goed naar geluisterd en eigenlijk elke keer proberen we een hele andere invalshoek te kiezen. Nu had ik van jullie een heel mooi boekje ontvangen en dat boekje heet: “Het leven in tijden van corona; een inkijkje in het leven van onze leerlingen.” Het is eigenlijk een bundel, een verzameld werk van heel veel korte stukjes van leerlingen van de onderbouw en de bovenbouw. Wat betekent corona voor hen? Hoe kijken ze naar zaken en hoe beleven ze onderwerpen. Er zaten hele bijzondere fragmentjes tussen. Dus ik vond het een hele leuke aanleiding om jullie daarvoor uit te nodigen. Jullie hadden ook de vraag gesteld: “Goh, denk nou eens mee, Burgemeester, hoe zouden we die verhalen verder kunnen brengen?”
Via deze podcast is één van de mogelijkheden en ik zag “by the way” dat jullie ook een exemplaar naar onze Koning hebben gestuurd en naar de minister-president, die inmiddels ook al weer een reactie hebben gestuurd. Dus ik ben heel erg benieuwd om met die vraag te beginnen. Wat nemen zij nou mee van de ervaringen van de kinderen van het HWC in coronatijd vanuit Amstelveen?
Pascal: Ja, dat was natuurlijk een verrassing, ook voor ons. Ik dacht, ons idee was om die verhalen te delen, want goed, die zijn zo persoonlijk en soms humoristisch, soms ontroerend. Dat wij ook die verhalen breder wilde delen. Toen dachten we laten wij eens gek doen. Laten we dat ook naar de Koning en de minister-president sturen, en anderhalve maand later kregen we zowaar een antwoord.
En nou, wat je eigenlijk ziet: vanuit de minister-president is erkenning dat de jongeren er inderdaad toe doen in deze tijd en dat zij ook meer aandacht verdienen en dat natuurlijk wel continu in het beleid wordt meegenomen, maar dat zij het met name ook daadwerkelijk waarderen om continu met elkaar in gesprek te blijven. Ik denk dat dat wel een goede waardering is, ook voor ons initiatief. Want dat is wat wij eigenlijk willen bereiken. Praat met elkaar, want er zijn heel veel mensen die het moeilijk hebben en het is helemaal niet gek, ook als je jong bent, maar deel dat met elkaar.
Tjapko: Ik had het niet mooier kunnen zeggen – en er wordt genoeg gepraat in Den Haag, maar gelukkig ook in Amstelveen. En soms heeft dat een goede functie ook. Hoe zijn jullie op de gedachte gekomen om hiermee aan de slag te gaan.
Pascal: Op het HWC voeren we al vaker groepsgesprekken in aanvulling op enquêtes om wat meer te begrijpen wat er toe doet voor leerlingen. We kijken echt naar de beleving en ervaringen. Soms gaat het over wat er goed gaat en wat er beter kan op school. Maar soms spreken we ook met medewerkers over specifieke onderwerpen, zoals passend onderwijs of tweetalig havo, waarmee wij in 2018 van start zijn gegaan. Dan kijken we bijvoorbeeld naar wat zijn de kansen en de uitdagingen om ook echt samen met docenten daarover te denken.
Nou, en nu was er dus corona, verder was er niks, verder lag alles stil. Dus dachten we, we willen graag met leerlingen in gesprek om te weten hoe zij zich voelen in deze tijd. Nou, en toen vroeg ik Eveline met wie ik eigenlijk altijd deze gesprekken doe, van goh lijkt je dit wat en die was uiteraard gelijk enthousiast, zoals zij altijd is. En nou, meestal maken we daar een verslagje van voor de schoolleiding en voor de andere betrokkenen.
Maar omdat de verhalen dus zo ingrijpend waren en persoonlijk dachten wij “hier moet toch echt meer aandacht voor”. Dus toen zijn we bij onze collega Wouter Sluis gekomen met het verzoek goh: jij bent geweldig in vormgeving, wil jij hier een boekje van maken met dit als eindresultaat. Dus ja, en daar zijn we stiekem wel trots op.
Tjapko: Nou, ik kan me voorstellen als je ziet: het zijn hele persoonlijke verhalen ook en de eerlijkheid, de openhartigheid maar soms ook de gevoelens van eenzaamheid. Frustratie ook, maar ook dat kinderen zich soms zorgen maken om hun ouders. Dat ze kennelijk ook zo’n sfeer op school hebben, met jullie hebben, dat ze dat ook delen met jullie, dat vind ik ook wel heel bijzonder eigenlijk.
Sommigen ook wel zeggen “het was in het begin van de lockdown ook wel even heel lekker. Ik heb het hartstikke druk en soms biedt het ook kansen, maar na verloop van tijd, ja nou, mag het wel weer voorbij zijn”.
Je ziet dus allerlei beelden en verhalen langskomen, dat vond ik wel heel bijzonder. Ook herkenbaar moet ik zeggen: zelf heb ik thuis ook drie kinderen van de middelbare schoolleeftijd. Dus ja, ja al die gevoelens door mekaar heen, dat herken ik ook wel heel, heel erg. Jullie zijn wel wat gewend, denk ik. Ook wat raakt in die verhalen jullie nou het meest? Waar denk je nog aan als je zomaar wat verhalen probeert in je herinneringen op te halen.
Pascal: Dus inderdaad, wat je al zegt. Eigenlijk het belangrijkste in die twee uur dat we dat gesprek voeren is om een veilige en open sfeer te creëren. En wij zijn ook heel onder de indruk van de persoonlijke ervaringen die ze met ons delen, maar ook het reflectievermogen op hun eigen gevoelens in die tijd. En wat je dan eigenlijk ziet, is dat er een divers palet aan ervaringen is. Over bijvoorbeeld hoe vriendschappen, de betekenis daarvan, veranderen, maar ook over de nieuwe, het belang eigenlijk van fysiek contact.
En wat is er nou mooier om leerlingen daar zelf over aan het woord te laten? Dus daarom wil ik met jouw goedkeuring een aantal citaten benoemen vanuit het boekje, want dan kunnen ze het beste zelf vertellen: hoe zij het ervaren.
Tjapko: Ja.
Pascal: Dus ik citeer: “We moesten creatief zijn om toch met elkaar af te spreken. Dus uiteindelijk hebben we op anderhalve meter afstand gekampeerd in elkaars tuin.” Maar er zijn ook verhalen over hoe de lockdown eigenlijk twee kanten heeft. Enerzijds noemen leerlingen het een adempauze in de continu drukte. Dus, ik citeer weer, “Mijn eerste gedachte toen er een totale lockdown werd aangekondigd, was blijheid, eindelijk rust, het was zo druk.”
En anderzijds zien we dat de lockdown leidt tot gevoelens van eenzaamheid en somberheid. Ik citeer weer: “het besef van dagen gaat weg, elke dag lijkt op elkaar. Tijd voor jezelf betekent niets meer, want je hebt de zeeën van tijd” en “vier maanden heb ik alleen in mijn kamer gezeten. Het fijne was dat ik tijd voor dingen had, waar ik anders niet aan toe kwam, zoals tekenen en zingen.
Maar de eenzaamheid was wel groter dan het plezier dat het met zich meebracht”. Wij waren eigenlijk ook wel benieuwd of er een verhaal of citaat, bij jou was dat specifiek binnen is gekomen of wat je bij is gebleven, met name.
Tjapko: Ik had een hele hoop citaten. Waar ik even langer bij stilstond is een keuze maken. Ik was onder de indruk van een citaat van een leerling van de bovenbouw en die gaat als volgt. “In die periode ben ik veel bewuster geworden van hoe kwetsbaar alles is”. Citaat hè? “Ik dacht dat het leven van volwassenen heel stabiel is, maar nu heb ik gezien dat het leven van volwassenen ook behoorlijk kwetsbaar is en ik kijk nu ook heel anders tegen leraren aan”.
Nou, dat triggerde mij ook nog wel. Ik denk, merken jullie daar iets van als medewerkers, ook als mensen die werken op zo’n school, hè, naast het feit dat het voor ouders effect heeft.
Eveline: Ja, nou zeker. En dat vond ik ook een prachtig citaat. En als je bedenkt van alle docenten, mentoren, die zijn continu bezig om de sfeer te creëren waarin de leerling zich goed voelt of goed genoeg om te vertellen hoe het met iemand gaat. Maar het leek wel in dat laatste gesprek, hè, wat we hadden toen voor dit boekje, dat ze er echt eventjes boven hebben gehangen, en ja, de tijd en ruimte letterlijk hebben gehad om toch naar zichzelf te kijken en naar hun omgeving.
En die onzekerheid die er bij kwam kijken, dat ja, dat grijpt echt aan hè. En daar zitten ze ook echt mee, want ik had graag gehoopt dat iemand op een gegeven moment zegt: ja, als je zo oud bent, dan is alles sowieso goed. En dan, en dat is het dus niet – en dat zien ze dus heel erg in die onzekerheid terug, in die ouders.
Ze maken mee dat mensen hun baan verliezen of juist heel hard moeten werken. Dat je niet weet hoe het morgen weer gaat en het feit dat ze dat nu deelden. Dat ja, dat zijn, gesprekken die wij eerder niet zo snel zouden voeren, weet je wel. Omdat ze echt even de tijd hebben gehad om dingen goed te bekijken en er goed over na te denken. Je had het over “hoe kijk je nu aan tegen docenten”. Ehm, het bijzondere ook van deze situatie is, je zit wel met zijn allen dan in hetzelfde schuitje, ook de docenten.
Hè, je maakt plannen, je moet van alles weer wijzigen, dus die leerlingen moeten ook weer van alles wijzigen. Dat bespreek je ook gewoon met elkaar, want het is niet anders weet je wel, dus je moet met elkaar een nieuwe stap gaan maken. En ik denk dat dat inkijkje eigenlijk in hoe een docent moet denken en hoe de klas weer mee moet krijgen, dat dat soms ook heel erg prettig kan zijn voor een leerling om ook te beseffen van “oh ja, ja zo gaat, het is niet alles van kant en klaar of we zitten. We moeten hier echt met elkaar uit zien gaan te komen op een creatieve manier. Dat is één.
En daarnaast is het ook zo dat dat je door lockdown toch een inkijkje krijgt in iemands huis omdat we soms vanuit huis werken. Ik had net de les havo vier en er kwam mijn zoontje vragen of hij nu al een snoepje, weet je wel, mocht bijvoorbeeld. Nou ja dus, het wordt ineens ook menselijker, hè en – en er werd ook wel naar aanleiding van deze opmerking veel gegrapt over “zijn docenten, ja, zijn dat echt mensen? Nee, dat kan toch niet. Het zijn toch geen echte mensen”, maar ik denk dat dat wel veranderd is.
Tjapko: Kijk voor docenten geldt natuurlijk, net als voor andere medewerkers, ook voor het HWC en ook voor het hele onderwijs, die hebben natuurlijk ook verschillende rollen. Soms ben je ouder, heb je ook gewoon thuis inderdaad je verantwoordelijkheden, ja en dan loopt er iemand door het beeld heen. Nou ja, dat vind ik dan zelf ook nooit zo’n probleem, maar ik kan me voorstellen dat je dat zelf wel lastig vindt.
Je hebt thuis je sores en troubles en dan moet je ondertussen ook nog proberen de hele klas een beetje mee te krijgen in bepaalde onzekerheden van zo’n corona periode. Dat lijkt me een hele opgave.
Eveline: Is het ook, is het ook. En we spreken daar natuurlijk ook vaak over. Dus we hebben regelmatig vergaderingen, teams komen regelmatig bij elkaar “Hoe ga je daarmee om? Gaat het goed, lukt het? Kunnen we je nog ondersteunen? En dat zal bij alle scholen zo zijn. Want hoe ga je daar ook zorg voor dragen dat die leerlingen thuis ook het enthousiasme blijven behouden, d’r voor willen gaan”.
Soms gaan dingen anders. Moeten we op een andere manier samenwerken bijvoorbeeld. En hoe kunnen we ze daar goed in ondersteunen, ondanks deze periode. Dus veel gesprekken daarover en nou ja, we helpen elkaar waar nodig, maar de leerlingen die krijgen natuurlijk echt best wel veel meer mee dan als je ze ontvangt in je ruimte op school.
Tjapko: Nou, dat maakt het ook wel weer persoonlijker en en gek genoeg. Misschien in zo’n tijd kom je ook wel, misschien meer tot elkaar, zowel leerlingen en leerkrachten zal ik maar zeggen als leerlingen en ouders tegelijk. Zie je soms vrienden en vriendinnen, wat lastiger is op afstand. Ja, die doen dan digitaal, alhoewel mijn kinderen met allerlei computerspellen toch ook heel veel digitaal doen, merk ik, dat maakt natuurlijk niet zoveel uit.
In deze tijd merken jullie nog verschil tussen de eindexamenleerlingen en en zeg maar de brugklasleerlingen en alles wat daartussen zit. Kun je daar wat over zeggen, hoe beleven die verschillende groepen deze coronatijd.
Eveline: Nou, we wandelden hier net naar toe en toen hebben we het nog even besproken. Wat ons opvalt is dat je in elke klas andere reacties krijgt. Dus andere ervaring, hè, en dat is net zo goed in een brugklas als in een zes vwo. Bijvoorbeeld de één vindt het heerlijk om lekker op zijn kamer ongestoord de les te kunnen volgen. De ander kan het veel beter met 30 mensen om zich heen, omdat die anders andere dingen gaan doen. Maar je vraagt “zit daar nou verschil in?”.
Ik denk in het complete plaatje, want alles wat erbij hoort, ook los van school. Jazeker, hè. Ik ben mentor van een brugklas waar de leerlingen echt nog lekker met elkaar afspraakjes hebben gemaakt, waar het natuurlijk voor leerlingen in de bovenbouw veel ingewikkelder is. En daarnaast is er de gezinssituatie. Is er iemand met een slechtere gezondheid? Hoe streng zijn ouders “mag jij WEL en ik NIET afspreken?”.
Ja, het raakt je en en dan komt natuurlijk op een gegeven moment de leeftijd bij zo een beetje die middengroep, die wil zich heel graag juist lekker afzetten tegen die ouders. Ja, en dan zit je mooi met elkaar in huis. Nou ja, goed weer op een andere manier te denken, hè of zich misschien wat meer je er overheen te zetten.
Tjapko: Het huis ontvluchten is ook lastig met de avondklok natuurlijk.
Eveline: Dus dat is de situatie. Ik denk wel degelijk dat er verschil zit. Ja, en de behoefte is ook heel anders: waar de jongere middelbare scholieren het nog prima vinden om lekker op zaterdagavond met elkaar thuis zijn, is het voor een grote groep natuurlijk echt wel ingewikkeld. Die hebben elkaar zo nodig om te ontdekken wie ze zijn en hoe de ander is, en waar staan ze dan? Dat geldt natuurlijk voor alle jaren. Maar ja, je ziet wel verschil tussen de eerste en de laatste klassen, ja.
Tjapko: Hoe gaat het er wat jullie betreft straks uitzien op enig moment, als de vaccinaties weer toenemen? Kan nog maanden duren, hè, maar zullen we weer naar een soort van normale situatie teruggaan? Hoe normaal wordt “normal” of denken jullie dat een aantal van deze online-activiteiten of manieren van organiseren en aandacht geven, ook blijvend zullen zijn?
Pascal: Nou, ik denk dat één groot voordeel wel is dat we – het is nooit meer een legitieme reden -om een les te missen. Behalve natuurlijk als je echt ziek bent. Maar we hebben nu zo veel geleerd van digital onderwijs geven en hybride. Dus zowel in de klas dat de leerlingen vanuit huis mee kunnen luisteren, en mee kunnen kijken, ook als iemand een gebroken been heeft. Ik noem maar iets en die leerling kan dan niet naar school kan komen en kan op die manier toch de les volgen.
Eveline: Ja, ik vind het wel moeilijk en dat is inderdaad iets wat je meeneemt, hè? Dus ook dat het zo snel is gegaan en ict heeft bij ons alles zo fantastisch snel georganiseerd. Er zijn amper lessen uitgevallen en we worden er ook steeds handiger in. En we hebben gelukkig ook collega's die daar heel erg in ondersteunen. Dus dat is prettig. Dus daar is een enorme sprong in gemaakt.
Maar als het gaat over hoe gaat het dan, hoe gaan we weer terugkomen? Dat vind ik wel heel spannend. Het goede nieuws was natuurlijk dat PO (het primair onderwijs) al wel opengaat volgende week. Maar je merkt dat op het moment dat er over open gaan gesproken wordt, dan moet die anderhalve meter zeker worden blijven gehandhaafd. Hoe gaan we dat doen? Hoe gaan we dat goed vorm geven? Daar is iedereen druk mee bezig, maar op welke termijn? Dat vind ik zo moeilijk in te schatten.
Tjapko: Ja, dat is koffiedik kijken, dat weten we allemaal niet.
Pascal: We staan dus wel te springen. Natuurlijk een nieuw schoolgebouw en wij als collega's en medewerkers lopen er natuurlijk rond, maar het is wel een gek gevoel, zonder leerlingen.
Tjapko: Een nieuwe leeg schoolgebouw zonder leerlingen lijkt me iets heel raars eerlijk gezegd.
Eveline: Gelukkig mogen we nog wel de eindexamenleerlingen op afstand ontvangen. Dat is heel fijn, maar het is heel gek. Ik was er vanochtend heel eventjes en nou ja, hè even los van het schoolgebouw. Ook merk je gewoon dat er heel erg de behoefte is om elkaar weer te zien. Dit is een groep waar, je zo leert van elkaar, van het samen zijn. En dat is een deel dat moet straks op de één of andere manier worden ingehaald. Ik weet niet hoe.
Tjapko: Ja.
Eveline: Maar ja, dat is een proces. Even los van je Frans en je wiskunde. Daar moet je doorheen, dat moet je meemaken.
Tjapko: En juist ook die groepsactiviteiten, hè, iedere school in Amstelveen heeft ook zijn specialiteiten, die hebben jullie ook. Jullie gaan zelf prat op internationale reizen van bepaalde klassen. Ja, dat valt natuurlijk ook een beetje weg nu. Ik kan me ook voorstellen dat je daarover nadenkt. Kunnen we dan andere vormen bedenken om weer wat internationaal en samen iets doen, ook buiten school, om ook dat weer handen en voeten te geven? Dat soort vraagstukken komt natuurlijk nog langs.
Ik heb een heel ander soort vraag. We gaan er heel erg vanuit dat iedereen zomaar online kan zijn. De techniek is erg goed gegaan, hebben jullie net ook gezegd op jullie school. Ik heb gezien dat dat bij de meeste scholen zo is gegaan met online-onderwijs. Veel leerkrachten zijn het inmiddels gewend en het is wel vermoeiend, maar het gaat.
Ik kan me ook voorstellen dat er een groep leerlingen is, ik weet niet hoe groot is die, die dat nog steeds lastig vindt. Vanwege de omstandigheden thuis of zelf. Hoe houd je die groep als school in beeld? En hoe kun je ook die de aandacht en zorg geven die ze nodig hebben?
Eveline: Nou, een heel terechte vraag en ook iets wat flink onder de aandacht is. Het is anders. Natuurlijk weet je hoe iets soms is in de les, in de klas. In de oude situatie was het soms al moeilijk om te volgen hoe het met iemand gaat, of het goed gaat. En zelfs als iemand tien keer zegt, “Ja hoor, het gaat goed.”, dan nog is het af en toe dat je denkt van “Oké, ik moet iemand in de gaten houden of hoe gaat het nu echt?”. Online is nog een stuk onzichtbaarder, dus we letten met elkaar op hele kleine dingen.
Natuurlijk, aanwezigheid is overigens heel groot. Maar hoe lukt dat een leerling en wat is de reden van afwezigheid of een opdracht niet inleveren? Niet om te denken van “joh, goh? Je bent niet op tijd”. Maar echt uit zorg voor en belangstelling van “Kunnen we je ergens bij helpen?”. En op het moment dat ons iets opvalt, we hebben een soort enorme alertheid.
Op het moment dat iets opvalt, wordt het gedeeld. En gelukkig is het zo dat leerlingen en ook ouders zelf aan de bel trekken. Maar op het moment dat het niet zo is – en wij hebben een paar keer wat meegemaakt - ja, dan toch de mogelijkheid bieden om ook op school te komen werken, want die mogelijkheid is er wel, hè en het is niet voor iedereen.
Tjapko: Dan probeer je inderdaad ook maatwerk te bieden.
Eveline: Ja, want die kansen moeten wel gelijk blijven en je kan een keer last hebben van een haperende wifi. Maar als het structureel is of je hebt een een situatie waarin je echt niet rustig kan werken, dan wordt die gelukkig geboden. Binnen een school, een kleine groep, zeg maar, dat is fijn. Maar ik weet, het is, het blijft moeilijk en het zal natuurlijk ook wisselen. Dus we hopen echt dat leerlingen zich altijd vrij voelen om dingen met ons te delen, en dat zullen we ook steeds blijven doen.
Tjapko: Nou ja, ik denk dat jullie daar zelf een mooi voorbeeld geven dat je ook een veilige sfeer probeert te creëren, gesprekken voert, blijf die voeren. Ook wat dat betreft denk ik “helemaal goed!. Wat ik aardig vond van het boekje om daar even op terug te komen. Soms staan er ook wel hele grappige dingen in, soms hele positieve zaken in, en dat is ook weer een andere kant.
En je ziet ook heel veel mensen die denken van: “nou ja, ik maak er het beste van.” Die proberen weer een nieuwe balans te vinden. Ik ben heel benieuwd hoe jullie daar naar kijken voor de nabije toekomst. Kun je nog iets meegeven of heb je nog bepaalde gedachten of boodschappen die jullie hier willen delen.
Pascal: Ja zeker, ik zou het ook wel leuk vinden om enkele citaten uit het boekje te noemen, dus om aan te tonen hoeveel humor er ook bij leerlingen is om hiermee om te gaan. Dus dan citeer ik: “mijn moeder haalde op een gegeven moment de stekker eruit, zodat ik me beter kon concentreren op mijn online-les. Dat kan natuurlijk helemaal niet.”
“Mijn vader heeft geleerd om de was te doen. Hij doet dan zijn muziek hard aan en zingt vrolijk mee. Leuk, maar daardoor kan ik me niet concentreren.” Er zijn ook leerlingen die een cursus Japan zijn begonnen. Uit verveling, maar ook uit interesse. En ik heb ook wel het gevoel dat de leerlingen er steeds meer en meer achter komen, hoe belangrijk een leuke school eigenlijk wel is, zonder dat ze dat altijd willen toegeven.
Maar wat ik ook nog wel een mooi punt vind, is dat je ook wel ziet dat deze crisis voor jongeren ook wel verbinding en samenzijn brengt. Namelijk, en dan citeer ik weer: “ik ben closer geworden met mijn ouders. Vroeger deden we niet zoveel, maar nu zijn we meer in één ruimte en spelen we spelletjes samen en ik durf nu beter te zeggen wat er in mijn leven spelt”. Dus ik denk dat dat ook wel iets is wat deze zware tijd ons aan positiviteit brengt.
Tjapko: Wil jij nog een boodschap meegeven? Ik ga het straks ook nog aan Eveline vragen hoe zij de toekomst ziet.
Pascal: Nou ja, wat ik dan eigenlijk toch wel meegeven aan de jeugd is om er vooral over te praten met elkaar. En het klinkt misschien gek, praten over je gevoelens. Maar er zijn meer andere jongeren, ook die het af en toe moeilijk hebben. Wel daar is niks geks aan. Dus zoek elkaar vooral op, praat erover met elkaar, ook met je ouders welllicht of met je docenten. Dus, ja, dat is eigenlijk de de boodschap die ik wel wil meegeven.
Tjapko: Een duidelijke boodschap dank je. Eveline, hoe kijk jij naar de toekomst? Waar kijk jij naar uit.
Eveline: Nou weet je wat ik wel zie, en dat zien we even los van school. Dat zien we natuurlijk om ons heen. Je had het net over de humor, maar die kunnen we vasthouden. Dat vind ik echt waanzinnig knap en je ziet de meest creatieve dingen langskomen. Ik lig helemaal in een deuk en dan denk ik: ja, dat helpt ons echt verder en er was zelfs ook laatst een filmpje waarin iemand begon te lachen en iedereen moest meelachen. Er stond onder “Ja, niets zo aanstekelijk als een lach”. Toen dacht ik: “ja, als we dat met elkaar blijven doen, dan komen we hier uit. Wat ik ook heel erg merk, iedereen is hard aan het werk en iedereen probeert van alles.
Zeg gewoon af en toe tegen jezelf “Hé, je doet het eigenlijk hartstikke goed”. En zeg het ook eens als eerste tegen degenen die je tegenkomt. Je wordt gewoon in het diepe gegooid en moet je kijken hoe knap je het doet. En het is allemaal ontdekken. Maar als je kijkt naar de creativiteit in de veerkracht en dan met een scheutje humor erbij, dan komen wij hier goed uit.
Tjapko: Fantastisch, ik kan niet anders dan mij daarbij aansluiten. Dank je wel Eveline en Pascal voor jullie bijdrage van het Herman Wesselink College. Naar aanleiding van het mooie boekje dat jullie hebben uitgebracht met allemaal bijzondere citaten van leerlingen, nog één uitsmijter, en die is dan voor jou.
Pascal: Mocht je nou deze podcast luisteren en denken “Goh, dat boekje vind ik interessant”. Neem even contact met ons op. Dat kan via col@hwc.nl of via onze website, want zodoende kunnen we onze leerlingen, de jeugd van Amstelveen, nog meer podium bieden.
Tjapko: Mocht je het kwijt zijn, of niet kunnen vinden, jullie kunnen altijd even bij mij terecht via de gemeentewebsite. En dan zorg ik wel dat het verzoek bij jullie belandt. Nogmaals ontzettend bedankt allebei en heel veel succes komende tijd op school en voor onze Amstelveense leerlingen en natuurlijk de leerlingen buiten Amstelveen, heel veel succes.