Transcriptie Het verhaal van Jan Bartels
Presentator: Welkom. We zitten in de studio Uit het Hart van Amstelveen. Deze keer spreekt burgemeester Tjapko Poppens met zijn kapper Jan Bartels, een echt begrip in Amstelveen. Kappers zaten eerst maanden thuis, en maken sinds ze weer open zijn overuren. Hoe was deze tijd voor Jan Bartels?
Tjapko: Hartelijk welkom hier, Jan. Fijn elkaar te zien, welkom bij de podcast Uit het Hart van Amstelveen. Wij noemen elkaar altijd Tjapko en respectievelijk Jan. Laten we dat vooral vandaag ook doen.
Jan: Akkoord.
Tjapko: Jij bent mijn kapper sinds ik in Amstelveen woon, nu ruim anderhalf jaar. Bijzonder goed, ik had jouw naam doorgekregen als kapper van mijn voorganger, één van mijn voorgangers, Jan van Zanen. Hij had geen woord te veel gezegd, Jan, maar ik zal alle andere dingen die hij erbij gezegd heeft even niet met je delen, althans niet in het openbaar. Fantastisch, ook zeker afgelopen anderhalf jaar. Je weet veel van Amstelveen, je draait al een tijd mee in deze gemeenschap. Natuurlijk de dankbaarheid en de blijdschap was nog groter na die twee perioden van lockdown die we achter de rug hebben, om elkaar weer te zien. Dat is ook één van de redenen dat ik je nu hier uitgenodigd heb in deze podcast serie, waar ik probeer nu en dan even wat mensen uit Amstelveen te vragen: "Hoe beleef je de corona tijd? Hoe gaat het?", met de bedoeling om de verhalen die ik daar hoor ook weer te delen met andere Amstelveners. Dat is eigenlijk de reden van deze serie. Welkom nogmaals dat je er bent. Je moest twee keer dicht met de kapperszaak afgelopen jaar. Hoe is dat eigenlijk bevallen? Hoe is dat gegaan? Kan je daar wat over zeggen?
Jan: Als je naar huis gestuurd wordt is het nooit zo leuk. Als je er zelf voor kiest, is het toch wel een stuk anders. We zijn er goed doorheen gekomen, we hadden toch al een buffertje. We zijn – mijn vrouw en ik – niet alle twee van die uitgevers, maar toch altijd ervoor zorgen dat als er wat gebeurt … En dat heeft goed geholpen. Ik heb nog een voordeel als het nu even over het financiële gaat, dat ik ook 22 jaar geleden de zaak heb gekocht, en daar heb ik geen kosten meer op het pand, dus ook dat hielp mij. Dat was natuurlijk toch nog een hard gelag, want je mist je klanten, en de contacten, en dat soort dingen.
Tjapko: Met name persoonlijk contact lijkt me ook heel belangrijk onderdeel van het kappersvak, niet alleen de techniek, het knippen, maar ook gewoon de gesprekken. Hoe ben je daar mee omgegaan in die tijd? Heb je een extra hond genomen, zoals veel Amstelveners? Of had je al een hond?
Tjapko: Ik had gelukkig een hondje, dus ik kon lopen wat ik wilde. Daar kwam je natuurlijk toch weer klanten tegen, en die vertelden allerlei verhalen die ze ook meemaakten tijdens de lockdown, en dat thuiswerken van de mensen allemaal. De maatschappij is toch wel erg veranderd op dit moment.
Tjapko: Hoe was het voor de collega's in de zaak, die daar ook een tijdje gewerkt hebben? Hoe hebben zij dat ervaren, die periodes?
Jan: Zij hadden toch wel een beetje rust, maar dat vonden ze natuurlijk toch niet leuk. We misten elkaar. We hebben eigenlijk een beetje een familiebedrijfje, want het is natuurlijk Monique mijn dochter, en nichtje Esther, en dan Nino, de zoon van Monique, mijn kleinzoon. Maar we hebben wel de zaak opgeknapt tijdens de tweede lockdown. Dus daar hebben we, en heeft Monique heel hard gewerkt, en de man van Monique heeft hard gewerkt. We hebben het helemaal geverfd en een beetje opgepimpt, nieuwe dingen erin, dus we konden de klanten weer vers ontvangen.
Tjapko: Iets dat veel ondernemers gedaan hebben in die periode, niet alleen kappers, maar je ziet ook de horeca-zaken. Zo goed en zo kwaad als het ging klussen, even dingetjes doen die al die tijd worden uitgesteld. Maar goed, op een gegeven moment houdt dat natuurlijk ook op, en dan is het denk ik voor jullie mooi dat de zaken weer open konden. Hebben de klanten jullie gemist?
Jan: Ja, dat is toch wel hartverwarmend, er werd heel vaak gebeld van hoe wij er doorheen kwamen, en of we er wel doorheen kwamen. Dat ze ons ook wel soms hebben bedacht in hun gebeden. Ik vind dat fantastisch hoe dat gaat. Ik liep al bijna de vierde generatie, dus we zitten echt in de families, en zij ook bij ons.
Tjapko: Dus meerdere generaties klanten die bij u komen?
Jan: Ja.
Tjapko: Dat is bijzonder, dat hele vertakte netwerk, dat zie je ook wel inderdaad. Jullie zijn al veel generaties op die plek, u kent iedereen, iedereen kent jullie.
Jan: Absoluut.
Tjapko: Heel bijzonder, die tijd. Hoeveel kapsels waren er nu mislukt, Jan? Hoeveel mislukte coronakapsels heb je ontvangen in de tweede lockdown?
Jan: Ja, er waren veel mensen, die hebben de tondeuse er gewoon over gelaten. Er zijn erbij die eigenlijk dat korte kapsel wel leuk vonden, en die blijven daarmee bezig, dus die zie ik op dit moment nog even niet. Maar ze menen met heel veel, met langer haar, die zeiden weer: "Mijn vrouw, of vriendin of partner, die vond het toch wel leuker als ik het wat langer droeg, dus haal er maar niet zoveel vanaf." Maar natuurlijk als een kapsel niet zo goed was, hebben we materialen genomen dat hoog staan om er weer wat mooi van te maken. Normaal hebben we zo een haarhoek, en die was meestal in een week tijd vol, maar nu was dat iedere dag vol. Echt koppen met haar allemaal.
Tjapko: Ik heb me altijd afgevraagd: Waar gaat dat haar heen wat jullie verzamelen? Wordt dat gewoon weggegooid, of voor een goed doel?
Jan: Gewoon met de vuilniskar.
Tjapko: Ook niet allerlei ideële beelden van kussens, of wat dan ook?
Jan: Nee.
Tjapko: Of pruiken?
Jan: Ik heb wel één klant die altijd zijn haar meenam, want zijn vriendin maakte daar een kussen van.
Tjapko: Dan heeft hij veel kussens inmiddels, denk ik. Helemaal goed. Merk je dat alles weer een beetje op orde is nu? Ben je er nu weer een beetje bij, als je dat zo mag zeggen, na een paar weken.
Jan: We hebben vier weken keihard gewerkt en niet langer als dat, want ik heb inderdaad gehoord dat sommige kappers wel langer hebben gewerkt, maar ik denk dat dat voornamelijk dameskappers zijn, want zij hebben met de kleuren en – hoe noem je dat – coupe soleil, dat is allemaal veel arbeidsintensiever, dus die hebben veel meer werk om door een klant heen te komen. Bij ons is dat natuurlijk knippen en wassen, en dat soort dingen, maar de behandelingen zijn korter, dus we zijn er eerder doorheen. Iedereen wil in die vier weken – we hebben het inderdaad ontzettend druk gehad – allemaal tegelijk en dat moet nu een beetje uitgroeien, want er zijn mensen die om de twee weken komen, maar er komen ook mensen om de zes weken, dus dat moet weer een beetje op orde komen.
Tjapko: Een beetje normaliseren.
Jan: Dat lukt wel aardig op dit moment.
Tjapko: Jullie zijn tegenwoordig barbershop. Je bent er ooit begonnen als herenkapper zoals dat toen heette.
Jan: Dat heette zo, maar ik ben met mijn vader begonnen. Ik kom eigenlijk oorspronkelijk uit De Kwakel, en daar had mijn vader een kapperszaak, maar daar was het toch ook echt barbershop eigenlijk, terwijl het hier kapper heette. Wij zijn het eigenlijk altijd wel geweest.
Tjapko: Dat betekent dus ook dat veel mannen er doorgaans komen, of misschien alleen maar, en dat je ook baarden trimt en onderhoudt.
Jan: Ja, vooral baarden. Scheren is er dan niet zo erg meer bij, wel op het hoofd soms, maar alleen baarden knippen en mooi in model brengen.
Tjapko: Bestaan er ook corona-baarden, naast de corona kapsels?
Jan: Nee, die zijn alleen maar langer geworden, dus dat is wel inderdaad een corona-baard, maar sommigen hebben het er ook zelf kort afgehaald een keer, en dat moet wel een tijdje groeien om weer een beetje volwassen baard te worden.
Tjapko: Het klinkt eigenlijk als een verkapt advies aan al die thuis-knippers, begrijp ik.
Jan: Ik laat ze er vrij in doen.
Tjapko: Goed. Ik denk dat ze allemaal blij waren om weer bij jou en je collega 's te zijn, want jullie werken heel veel samen, en er is ook altijd een goede sfeer in de zaak. Je bent al enige tijd kapper, ruim 60 jaar wist je mij te vertellen. Hoe is jouw begintijd geweest, hier in Amstelveen, een wijk waar jullie toen als één van de eerste neerstreken?
Jan: Het Keizer Karel park. We hebben het altijd heel druk gehad, vanaf het begin. Ik ben met mijn vader begonnen, en vanaf het begin hebben we het altijd heel druk gehad. Heel veel kinderen, er waren heel veel jonge gezinnen in het Keizer Karel park. Soms hadden we kinderen op de bank zitten, en op de grond ervoor, en de volwassenen kwamen eigenlijk niet aan bod. Dan werd er ook op het laatst gevraagd: "Je moet op zaterdag geen kinderen meer knippen, want anders komen wij niet en aan de beurt." Zo erg was het met kinderen. Dat is heel erg veranderd in het Keizer Karel park, daar wonen nog wel jonge gezinnen, maar toch niet zo veel meer als in 1960, toen we begonnen. Dat is nu toch ook veel oudere mensen.
Tjapko: Ben jij altijd op dezelfde plek gebleven? Dat is wel ruim 60 jaar ook op die plek?
Tjapko: Ja, eerst was de openbare leeszaal in onze zaak. Wij zaten daarnaast, en de openbare leeszaal wilde toen in waar wij toen zaten, omdat er nog een pandje tussen zat, en dat nam toen de leeszaal ook over, en toen kwamen wij in de weg en op kosten van de gemeente hebben ze ons – dat was van de gemeente – verhuisd naar waar we nu zitten.
Tjapko: Dan even een nieuwbouw project [onhoorbaar 00:10:14]
Jan: We zaten eigenlijk pas op die steed, en toen wilde ze daarheen, en toen zeiden ze: "Dan gaan we jullie verhuizen daarheen."
Tjapko: Hoe heb jij de verandering in Amstelveen beleefd sinds die periode? Kun je daar wat over zeggen?
Jan: De periode van?
Tjapko: Je bent er nu 60 jaar op die plek, hoe heb je Amstelveen zien veranderen?
Jan: Dat begon natuurlijk met Waardhuizen en Middenhoven, en toen Westwijk. Ik denk dat heel veel mensen wat anoniemer in Amstelveen rondlopen als toen die tijd, want toen was het eigenlijk nog een beetje dorps, iedereen kende elkaar. Nu is dat toch anders, het lijkt bijna soms dat het een beetje eenzaamheid in de hand helpt op de één of andere manier. Dat is wel jammer.
Tjapko: Ja, grotere omgevingen, grotere aantallen mensen, zorgt ook voor anonimiteit voor een deel. Ik merk zelf in Amstelveen, er zijn ook wel plekken waar het helemaal niet zo is, Bovenkerk bijvoorbeeld. Maar ook bij jou in de zaak, als ik kijk, ons kent ons soms als derde generaties.
Jan: Een mens ontmoet elkaar steeds daar, omdat ze al zolang kan.
Tjapko: Dus die ontmoetingsplek bij jou in de zaak, bij jullie in de zaak, is eigenlijk superbelangrijk?
Jan: Absoluut.
Tjapko: De mensen komen, je voelt je welkom, maar tenminste zo merk ik dat ook altijd.
Jan: Ja, we doen graag ons best en proberen een beetje de gastheer te zijn, en ook nog kapper.
Tjapko: Heel mooi. Wat waardeer jij het meest aan Amstelveen.
Jan: Wat ik?
Tjapko: Wat je het meeste waardeert aan de stad.
Jan: Waarom ik Amstelveen fijn vind? Ik ben echt een Amstelvener geworden inderdaad, in die 60 jaar natuurlijk – ik was een Kwakelaar – maar ik waardeer alles, het groen en de infrastructuur, de vernieuwingen die er steeds komen. Ik denk dat Amstelveen een goed georganiseerde gemeente is, en daarom woon ik hier graag, en werk ik hier graag.
Tjapko: Dat is ook te merken. Een heleboel mensen die dat dan ook weer waarderen die bij jou langskomen. Het is mooi om te zien ook hoe dat gaat. Als je naar die hele corona periode nog even kijkt, dat – goed, de vaccinaties gaan gelukkig gestaag groeien – men mag veronderstellen dat we met een paar maanden weer een beetje naar een normale situatie kunnen. Betekent dat nog iets voor jou zaak? Ga je gewoon weer door op de oude voet, of heb je ook een aantal dingen waar je zegt: "Dat heeft ons toch ook wel geleerd tijdens corona tijd, dat gaan we anders doen." ?
Jan: Ik vind dat het nog een hechtere band met mijn klanten heeft gebracht, omdat ze allemaal weer terugkomen, maar ze hebben ook gewacht, ze zijn blij, en wij zijn met hen. Ik ga me niet achteruit kijken, ik kijk maar vooruit, dat lijkt me veel belangrijker.
Tjapko: Ja, mooi dat er heel veel mensen dat op die manier doen, denk ik. Waar kijk je straks het meeste naar uit, als het allemaal weer een beetje opengaat?
Jan: In een goede toekomst met corona-vrije tijden, en dat heel veel bedrijven weer hun centjes kunnen gaan verdienen, want dat is natuurlijk toch ook wel hard nodig. Als je ziet dat sommige bedrijven al meer als een jaar gesloten zijn, dan zijn wij nog spek open vind ik, en daar kijk ik wel naar uit. Dat we allemaal wat vrijer mogen leven.
Tjapko: Dat vind ik een heel mooie vooruitblik. Superbelangrijk voor ondernemers die dan weer de vleugels kunnen uitslaan. Ik denk ook dat het voor veel scholieren, voor veel studenten scheelt, natuurlijk voor horeca ook vooral, maar ook andere ondernemers die geraakt zijn. Laten we vooral hopen dat het die kant op gaat de komende tijd.
Jan: Dat hoop ik ook.
Tjapko: En gewoon weer spontaan op een terras een biertje drinken, denk ik.
Jan: Dat lijkt me gezellig.
Tjapko: Dat moet ook altijd goed zijn. Hartstikke goed! Rond de 80 ben je nu, Jan. Je knipt nog steeds, een paar dagen per week. Onvoorstelbaar, en zo mooi tegelijkertijd. Hoelang ben je van plan nog door te gaan?
Jan: Ik denk er eigenlijk niet over na. Ik ben misschien een soort Tommy Cooper die het gordijn vasthield toen die [onhoorbaar 00:14:41], maar niet dat ik dat van plan ben. Maar ik zie wel, ik heb het zo naar mijn zin, en ik zou dat eerder missen. Ik heb nu ook gemerkt dat ik het erg mis, dus waarom zou ik thuis gaan zitten als ik nog kan. Als mijn klanten me niet wegsturen, dan ben ik daar nog lang te vinden.
Tjapko: Volgens mij is dat het laatste wat gebeurt. Ik kijk ernaar uit, Jan. Fijn dat je nog even blijft. Heb jij nog een boodschap die je mee wilt geven aan de Amstelveners van de luisteraars?
Jan: De boodschap is dat ik alle mensen die verdriet hebben gehad in de corona-tijd en verliezen hebben geleden sterkte wil wensen, en dan wens ik een hele grote, mooie toekomst in corona-vrije tijden.
Tjapko: Fantastisch. Dat allemaal in de mooi omgeving van waar jij met je medewerkers en met je familie werkt ook.
Jan: En dan hoop ik ze nog lang te kunnen ontmoeten.
Tjapko: Dat zijn mooie woorden, niets meer aan toe te voegen. Jan, mag ik je ontzettend bedanken, niet alleen voor dit gesprek, maar ook voor die momenten dat we elkaar eerder hebben gezien, en die momenten dat we elkaar nog gaan zien. Dankjewel.
Jan: Heel graag gedaan.
Tjapko: Succes privé, succes met de zaak, en tot binnenkort!
Jan: Dankjewel.